Naast gehoorverlies zijn er nog diverse andere hoorproblemen, zoals bijvoorbeeld een oorontsteking of tinnitus. Op deze pagina leggen we uit wat deze verschillende aandoeningen zijn en wat er eventueel aan gedaan kan worden.
Oorontsteking
Er zijn twee soorten oorontstekingen: de middenoorontsteking (otitis media) en de uitwendige oorontsteking (otitis externa).
Otitis media
Het middenoor is de ruimte achter het trommelvlies, en staat via de buis van Eustachius in verbinding met de neus- en keelholte, waardoor vocht kan worden afgevoerd. Deze buis kan door zwellingen van de slijmvliezen dicht gaan zitten, waardoor pus en vocht zich ophopen en er een ontsteking kan plaatsvinden. Dit leidt tot een toenemende druk op het trommelvlies, wat een scherpe, stekende pijn oplevert. Meestal geneest een middenoorontsteking vanzelf binnen ongeveer 10 dagen. Wel is het raadzaam om paracetamol te nemen om de pijn te onderdrukken.
Otitis externa
De gehoorgang loopt van de oorschelp tot het trommelvlies. Een gehoorgangontsteking betekent dat de huid hier ontstoken is geraakt. De huid wordt normaal beschermd door oorsmeer, maar kan geïrriteerd raken door oorpeuteren, niet goed droog maken, cosmetische producten of het gebruik van oordopjes. Een gehoorgangontsteking kan effectief behandeld worden door gebruik te maken van oordruppels met corticosteroïden, en geneest over het algemeen binnen 2 tot 3 weken.
Tinnitus
Tinnitus wordt ook wel oorsuizen genoemd. Mensen met tinnitus nemen geluiden waar zonder geluidsbron van buitenaf. Dit kan van alles zijn: rinkelen, fluiten, suizen, piepen, brommen en zelf een combinatie hiervan. Ongeveer 3% tot 4% van de Nederlanders heeft last van dergelijke klachten.
Mensen die last hebben van relatief zachte tinnitusgeluiden kunnen daar overdag vrij goed mee leven. Omgevingsgeluiden overstemmen dan de geluiden in het oor. Pas wanneer het stil wordt, bijvoorbeeld als ze gaan slapen, dan kan het zijn dat dit niet lukt omdat de tinnitusgeluiden te duidelijk aanwezig zijn.
De precieze oorzaak van tinnitus is vaak onbekend, al zijn er wel factoren die er vaak mee samenhangen zoals gehoorschade, stress of bepaald medicijngebruik. Tinnitus is dan ook geen ziekte, maar een symptoom. Als de onderliggende oorzaak kan worden aangewezen, kan tinnitus worden verminderd of zelfs verdwijnen. Is dit niet het geval, dan kan een tinnitusmaskeerder uitkomst bieden.
Lees meer op onze pagina Behandeling van Tinnitus.
De ziekte van Ménière
Bij de ziekte van Ménière hebben mensen problemen met hun evenwicht, wat leidt tot draaiduizeligheid en misselijkheid. Er is vaak ook sprake van slechthorendheid.
De precieze oorzaak is nog altijd onduidelijk, al is er wel bekend dat het evenwichtsorgaan en het slakkenhuis aan elkaar vastzitten. De ziekte van Ménière heeft waarschijnlijk te maken met een verstoring van de vloeistoffen in deze organen.
De ziekte van Ménière kent aanvallen gevolgd door periodes van betrekkelijke rust. Naarmate de ziekte vordert ontstaat er vaak ook gehoorverlies. Omdat er nog geen oorzaak bekend is, kan er weinig tegen worden gedaan. De behandeling, vaak door een psycholoog of maatschappelijk werker, bestaat vooral uit het accepteren en omgaan met deze ziekte. Wel kan een hoortoestel of tinnitusmaskeerder soms helpen om het oorsuizen en het gehoorverlies te verhelpen of te verminderen.
Hyperacusis
Mensen met hyperacusis hebben een lage geluidstolerantiegrens. Ze zijn overgevoelig voor geluid, en ervaren normale geluiden als onaangenaam hard of soms zelfs pijnlijk. Ongeveer 3% van de Nederlandse bevolking heeft last van hyperacusis.
Hyperacusis kan verschillende oorzaken hebben. De meest voorkomende is logischerwijs lawaai, maar het kan ook voorkomen bij diverse aandoeningen of bepaald medicijngebruik.
Hyperacusis is net als tinnitus geen ziekte, maar een symptoom. Wanneer de oorzaak verdwijnt zal ook de overgevoeligheid verdwijnen. Meestal is dit echter niet het geval en is het een blijvend probleem. De enige mogelijkheid is dan om er zo goed mogelijk mee om te leren gaan. Vaak hebben mensen met hyperacusis baat bij professionele hulp van een psycholoog of maatschappelijk werker.
Brughoektumor
Een brughoektumor is een goedaardig gezwel in het gebied achter de oren dat de ‘brughoek’ wordt genoemd. Het gezwel ontstaat meestal in de inwendige gehoorgang waarbij het langzaam richting de hersenstam en de kleine hersenen groeit. Naar schatting wordt in Nederland jaarlijks bij ongeveer 320 patiënten de diagnose brughoektumor gesteld.
Doorgaans komt een brughoektumor aan één kant van het hoofd voor, en ervaren mensen daar dan ook het gehoorverlies. Daarnaast kunnen symptomen als evenwichtsstoornissen, duizeligheid, tinnitus en hoofdpijn optreden. In sommige gevallen krijgen mensen ook problemen met het gezicht, en raken bijvoorbeeld de wangen gevoelloos. De problemen van een brughoektumor ontstaan doordat deze op 3 belangrijke hersenzenuwen drukt: de gehoorzenuw, de evenwichtszenuw en de aangezichtszenuw.
Er zijn gelukkig diverse behandelmethoden. Bij ‘wait and scan’ wordt er niet (direct) ingegrepen, maar wordt de tumor nauwlettend in de gaten gehouden. Tevens is het mogelijk om te opereren of te bestralen, wat vooral bij grotere en sneller groeiende tumoren het geval is. Een combinatie van deze behandelingen is ook mogelijk.
Otosclerose
Otosclerose is overmatige botgroei rondom de stijgbeugel in het middenoor. Het is een progressieve gehooraandoening waardoor iemand langzaam slechthorend wordt. De botgroei in het binnenoor zorgt ervoor dat de stijgbeugel als het ware vast komt te zitten. Hierdoor neemt de beweeglijkheid van de beentjesketen geleidelijk af. Geluidstrillingen worden dan minder goed richting het slakkenhuis geleid en dat levert gehoorverlies op, ook wel geleidingsslechthorendheid genoemd. Otosclerose is niet pijnlijk.
De precieze oorzaak van otosclerose is onbekend. Het kan ontstaan na een virale infectie, maar tevens ook erfelijk zijn. Het komt vaker voor bij blanke mensen dan bij niet-blanke mensen, en ook vaker bij vrouwen dan bij mannen, maar waarom is niet bekend.
Otosclerose is niet te genezen, maar een hoortoestel kan de gevolgen van het gehoorverlies beperken. Ook kan een operatie nuttig zijn. De stijgbeugel wordt dan vervangen door een prothese. In ongeveer 90% van de gevallen herstelt het gehoor na de operatie (bijna) volledig.
Syndroom van Usher
Het syndroom van Usher is een erfelijke aandoening waarbij zowel het gehoor als het gezichtsvermogen wordt aangetast. Het veroorzaakt dus doofblindheid. Naar schatting zijn er in Nederland ongeveer 600 mensen die lijden aan het syndroom van Usher.
De symptomen van het syndroom van Usher zijn de aandoening Retinitis Pigmentosa, welke nachtblindheid en tunnelvisus veroorzaakt, gehoorverlies en vaak ook evenwichtsproblemen. De ziekte wordt via de genen van de ouders doorgegeven, maar is recessief, wat wil zeggen dat beide ouders het Usher-gen moeten dragen om het door te kunnen geven aan het kind. Dat wil echter dan weer niet zeggen dat de ouders dan ook het syndroom van Usher hebben, het gaat slechts om de aanwezigheid van het gen.
Het syndroom van Usher is niet te genezen. Het verlies van netvliespigment schijnt geremd te kunnen worden met vitamine A-Palmitaat, maar er is verder geen concrete behandeling. Er zijn wel diverse hulpmiddelen die het dagelijkse leven voor mensen met Usher makkelijker maken, zoals een geleidehond, hoortoestel of cochleair implantaat.
Lijmoren
Lijmoren komen vooral voor bij jonge kinderen. Ze ontstaan wanneer er te lang en te veel vocht in de oren blijft zitten, waardoor dit dik en lijmachtig wordt. De oorzaak is vaak een chronische middenoorontsteking met vochtophoping. Hierbij raakt de buis van Eustachius verstopt en als deze verstopping enige tijd blijft bestaan dan wordt het middenoor gevuld met dik, plakkerig vocht.
Lijmoren zijn op zichzelf niet pijnlijk, ze leveren slechts een drukkend gevoel op. Wanneer de vochtophoping echter tot een ontsteking leidt, kan het wél erg pijnlijk zijn. Kinderen met lijmoren horen minder goed, en wanneer ze hier vaker last van hebben kan dit leiden tot taal- en spraakstoornissen. Over het algemeen zorgen lijmoren echter alleen tot tijdelijke slechthorendheid en is er geen blijvende gehoorschade.
In de meeste gevallen gaat een lijmoor binnen 3 tot 6 maanden vanzelf over. Soms, wanneer er bijvoorbeeld een leerachterstand ontstaat, wordt er een trommelvliesbuisje geplaatst om het probleem te verhelpen. In enkele gevallen haalt de arts de neusamandelen van het kind weg.