Onlangs was ik met mijn tienjarige zoon Merlijn bezig met zijn typecursus. Het doel is om blind te leren typen met tien vingers—aangezien dit een waardevolle vaardigheid is voor zijn toekomst. Eerlijk gezegd is het een uitdaging; het programma vereist dat je alle oefeningen binnen een bepaalde tijd en met minimale fouten voltooit voordat je verder kunt. Dit gebrek aan directe feedback over wat er precies fout gaat en hoe het beter kan, werkt demotiverend voor zowel Merlijn als mij.
Tijdens een van de sessies verscheen het woord ‘doofstom’ als oefenwoord. Dit zette me aan het denken, aangezien ‘doofstom’ een term is die gelukkig steeds minder wordt gebruikt—en terecht. Het woord heeft een negatieve connotatie en wordt tegenwoordig als ongepast beschouwd.
De oorsprong van de term ‘doofstom’
Historisch gezien werd de term ‘doofstom’ gebruikt om mensen te beschrijven die zowel doof waren als niet konden spreken. In het verleden werd aangenomen dat mensen die doof geboren werden, ook niet in staat waren te spreken, omdat ze de gesproken taal nooit hadden gehoord. Dit leidde tot de veronderstelling dat doofheid gelijkstond aan stomheid. De term verscheen al in oude wetsteksten zoals de Codex Hammurabi rond 1700 voor Christus en in Griekse geschriften uit de zevende eeuw voor Christus.
Waarom ‘doofstom’ niet meer gepast is
Tegenwoordig weten we dat doofheid niet gelijkstaat aan het onvermogen om te spreken. Veel dove mensen kunnen, met de juiste ondersteuning en training, leren spreken. Bovendien heeft de term ‘stom’ in het Nederlands een dubbele betekenis; het kan zowel ‘niet kunnen spreken’ als ‘dom’ betekenen. Dit draagt bij aan het stigma en de misvatting dat dove mensen ook intellectueel beperkt zouden zijn, wat absoluut niet het geval is.
Daarnaast negeert de term ‘doofstom’ het bestaan en de waarde van gebarentaal als volwaardig communicatiemiddel. Dove mensen hebben hun eigen rijke cultuur en taal, en het gebruik van gebarentaal stelt hen in staat volledig en effectief te communiceren.
Gepaste terminologie
In plaats van ‘doofstom’ is het respectvol en accuraat om termen te gebruiken zoals ‘doof’ of ‘slechthorend’. Deze termen beschrijven specifiek het gehoorvermogen zonder negatieve bijbetekenissen. Het is belangrijk om te erkennen dat communicatie op verschillende manieren kan plaatsvinden en dat gebarentaal een volwaardige taal is.
De impact van taal op perceptie
De woorden die we gebruiken, vormen onze perceptie van de wereld om ons heen. Het gebruik van verouderde en negatieve termen kan bijdragen aan het in stand houden van stereotypes en vooroordelen. Door bewuste en respectvolle terminologie te hanteren, dragen we bij aan een inclusievere samenleving waarin iedereen gelijk wordt behandeld.
En dat is wat we vandaag geleerd hebben…
En dat is wat we vandaag geleerd hebben met de typecursus: het woord ‘doofstom’. Een woord waar Merlijn nog nooit van gehoord had! En nu gaan we nog even de eigenaar van het typeprogramma mailen!
Conclusie
Het incident met Merlijn’s typecursus heeft me eraan herinnerd hoe belangrijk het is om bewust om te gaan met de taal die we gebruiken. Het vermijden van termen zoals ‘doofstom’ en het omarmen van respectvolle en accurate terminologie draagt bij aan het bevorderen van begrip en inclusie voor dove en slechthorende mensen in onze samenleving.